Mijn grote zus is een handwerkster. En dan met de klemtoon op de laatste lettergreep.
Als klein meisje kon ze al prachtig borduren. En op haar 12e breide ze al een trui voor zichzelf.
Ik had daar een enorm ontzag voor en weet ook nog hoe die trui was : rood met een streep van zwart en wit aan de boord.
Prachtig vond ik dat en ik wilde dat ook kunnen als ik 12 was.
Dat bleek een ijdele wens. Ik was een ramp op handwerkgebied.
Ik was goed in met poppen spelen. En mijn zus maakte de mooiste poppenkleertjes, "gewoon" door patronen
van babykleertjes te verkleinen tot poppenformaat.
Mijn vriendinnetjes waren dan ook stikjaloers op mijn poppengarderobe.
Ik moest wel handwerken leren op school. Wat een ellende.
De jongens kregen op donderdagmiddag handenarbeid, de meisjes handwerken.
Op die middagen wilde ik ook wel een jongen zijn, en fijn zagen en timmeren en verven, maar nee,
ik moest leren breien en haken en borduren.
Ik broddelde mijn handwerkuren door, mijn werk was altijd groezelig, ongelijk, er zaten gaten in waar
het niet moest, of juist rare verdikkingen.
Jute borduren voor een tas, een slang breien om de verschillende breisteken onder de knie te krijgen,
het was om te huilen. En soms deed ik dat ook.
De ultieme ellende was toen ik in de 6e klas een beertje moest breien. Het voorbeeld zag er schattig uit, een echte knuffelbeer. Bruine kop, handjes en voetjes en een geel truitje met een rode broek. Mijn beer was niet schattig. De kop was een rare verzameling van bedoelde en onbedoelde meerderingen
en minderingen, uiteindelijk heeft de juf er nog een soort bolletje van weten te creëren. De broek en trui werden aan elkaar gebreid, hiervan moest ik een voorpand en een achterpand breien, volgens hetzelfde patroon. Hoe ik het voor elkaar gekregen heb weet ik niet, maar het achterpand had een
heel ander formaat dan het voorpand. Ik kan me ook niet herinneren dat ik mijn beertje terug gezien heb op de jaarlijkse schooltentoonstelling.
Als klein meisje kon ze al prachtig borduren. En op haar 12e breide ze al een trui voor zichzelf.
Ik had daar een enorm ontzag voor en weet ook nog hoe die trui was : rood met een streep van zwart en wit aan de boord.
Prachtig vond ik dat en ik wilde dat ook kunnen als ik 12 was.
Dat bleek een ijdele wens. Ik was een ramp op handwerkgebied.
Ik was goed in met poppen spelen. En mijn zus maakte de mooiste poppenkleertjes, "gewoon" door patronen
van babykleertjes te verkleinen tot poppenformaat.
Mijn vriendinnetjes waren dan ook stikjaloers op mijn poppengarderobe.
Ik moest wel handwerken leren op school. Wat een ellende.
De jongens kregen op donderdagmiddag handenarbeid, de meisjes handwerken.
Op die middagen wilde ik ook wel een jongen zijn, en fijn zagen en timmeren en verven, maar nee,
ik moest leren breien en haken en borduren.
Ik broddelde mijn handwerkuren door, mijn werk was altijd groezelig, ongelijk, er zaten gaten in waar
het niet moest, of juist rare verdikkingen.
Jute borduren voor een tas, een slang breien om de verschillende breisteken onder de knie te krijgen,
het was om te huilen. En soms deed ik dat ook.
De ultieme ellende was toen ik in de 6e klas een beertje moest breien. Het voorbeeld zag er schattig uit, een echte knuffelbeer. Bruine kop, handjes en voetjes en een geel truitje met een rode broek. Mijn beer was niet schattig. De kop was een rare verzameling van bedoelde en onbedoelde meerderingen
en minderingen, uiteindelijk heeft de juf er nog een soort bolletje van weten te creëren. De broek en trui werden aan elkaar gebreid, hiervan moest ik een voorpand en een achterpand breien, volgens hetzelfde patroon. Hoe ik het voor elkaar gekregen heb weet ik niet, maar het achterpand had een
heel ander formaat dan het voorpand. Ik kan me ook niet herinneren dat ik mijn beertje terug gezien heb op de jaarlijkse schooltentoonstelling.
Waarschijnlijk zat hij diep weggestopt in de bossen van speelgoedland, in een tehuis voor mismaakte gedrochtjes.
Ik werd ook wel eens gematst, soms mocht ik mijn handwerk mee naar huis nemen van de juf,
om er thuis wat aan te doen omdat het anders nooit afkwam. En er werd thuis wat aan gedaan, alleen niet door mij. Mijn moeder en mijn zus wilden me nog wel eens
uit de brand helpen. Juf heeft er nooit iets van gezegd, maar ze moet stekeblind geweest zijn als ze niet
doorhad dat ik het gemaakte werk niet zelf in handen had gehad. Maar misschien liet ze het lekker zo omdat het met mij toch vechten tegen de bierkaai was.
Inmiddels had mijn zus de middelbare school doorlopen en was ze de absolute alltime-favourite
van de handwerklerares geweest. Het moet ook werkelijk heerlijk zijn om eindelijk eens een echt
getalenteerde leerling te hebben tussen de normale middelmatigheid. Iemand die echt geïnteresseerd is in allerlei technieken, en ze ook nog perfect en snel aanleert en uitvoert. En zo was mijn zus dus, een bron van niet aflatende vreugde voor juf Karsemeijer. En die kon haar geluk dan ook niet op toen ze vernam dat het zusje op school zou komen !
Och wat een drama. Ik was de teleurstelling van haar loopbaan. Ze had zulke hoge verwachting van mij, maar ik denk dat nog nooit iemand zo snel van een torenhoge
roze wolk is gedonderd als juf Karsemeijer. Want ik kon niks! En ik vond het niet leuk en was ongeïnteresseerd.
Ik moest een babyjurkje smocken, mijn moeder heeft ‘t voor me gedaan. Ik moest een patchwork- tas maken, mijn tante heeft me een handje geholpen. Het enige wat ik wel leuk vond was macramé. Maar dan alleen het grove werk met touw, niet dat gepiel
met dunne katoenen draadjes , die uiteraard een veel mooier resultaat op zouden leveren. Maar met gekleurd touw een plantenhanger maken, dat lukte nog wel, en dat heb ik dan ook gedaan. Hehe, eindelijk helemaal zelf een werkstuk gemaakt. Ik kan me niet meer herinneren wat juf Karsemeijer
ervan vond. Ik denk dat ze mij ook uit haar herinneringen verdrongen heeft eerlijk gezegd.
Toen ik naar de kleuterleidsters-opleiding ging, was het mode om in de klas, onder de les te breien! En dat moest ik dan ook maar doen. Ik begon manmoedig (of vrouwmoedig in mijn geval) aan een trui
voor mezelf. Banaangele wol, naald 5, tricotsteek, dat moest toch lukken. En ja, het is gelukt.
Beetje ongelijkmatig, de mouwen waren niet lang genoeg, de kleur stond me ook voor geen meter, maar ik had een trui gebreid! Ik voelde me trots. En eigenlijk vond ik breien toch wel een beetje leuk!
Dus ik begon nog wat anders. En uiteindelijk ben ik heel veel gaan breien. Niet alles werd even geslaagd,
maar over het algemeen lukte het steeds beter. Voor mezelf. Voor familie. Voor mijn opvangkinderen . Ik heb in de loop der jaren wat afgebreid!
Gister heb ik een kabeltrui voor Bert afgemaakt. Hij is erg mooi geworden en ik ben er trots op! En helemáál trots omdat mijn zus gezegd heeft dat hij prachtig is !
Juf Karsemeijer zou niet weten wat ze zag......
Ik werd ook wel eens gematst, soms mocht ik mijn handwerk mee naar huis nemen van de juf,
om er thuis wat aan te doen omdat het anders nooit afkwam. En er werd thuis wat aan gedaan, alleen niet door mij. Mijn moeder en mijn zus wilden me nog wel eens
uit de brand helpen. Juf heeft er nooit iets van gezegd, maar ze moet stekeblind geweest zijn als ze niet
doorhad dat ik het gemaakte werk niet zelf in handen had gehad. Maar misschien liet ze het lekker zo omdat het met mij toch vechten tegen de bierkaai was.
Inmiddels had mijn zus de middelbare school doorlopen en was ze de absolute alltime-favourite
van de handwerklerares geweest. Het moet ook werkelijk heerlijk zijn om eindelijk eens een echt
getalenteerde leerling te hebben tussen de normale middelmatigheid. Iemand die echt geïnteresseerd is in allerlei technieken, en ze ook nog perfect en snel aanleert en uitvoert. En zo was mijn zus dus, een bron van niet aflatende vreugde voor juf Karsemeijer. En die kon haar geluk dan ook niet op toen ze vernam dat het zusje op school zou komen !
Och wat een drama. Ik was de teleurstelling van haar loopbaan. Ze had zulke hoge verwachting van mij, maar ik denk dat nog nooit iemand zo snel van een torenhoge
roze wolk is gedonderd als juf Karsemeijer. Want ik kon niks! En ik vond het niet leuk en was ongeïnteresseerd.
Ik moest een babyjurkje smocken, mijn moeder heeft ‘t voor me gedaan. Ik moest een patchwork- tas maken, mijn tante heeft me een handje geholpen. Het enige wat ik wel leuk vond was macramé. Maar dan alleen het grove werk met touw, niet dat gepiel
met dunne katoenen draadjes , die uiteraard een veel mooier resultaat op zouden leveren. Maar met gekleurd touw een plantenhanger maken, dat lukte nog wel, en dat heb ik dan ook gedaan. Hehe, eindelijk helemaal zelf een werkstuk gemaakt. Ik kan me niet meer herinneren wat juf Karsemeijer
ervan vond. Ik denk dat ze mij ook uit haar herinneringen verdrongen heeft eerlijk gezegd.
Toen ik naar de kleuterleidsters-opleiding ging, was het mode om in de klas, onder de les te breien! En dat moest ik dan ook maar doen. Ik begon manmoedig (of vrouwmoedig in mijn geval) aan een trui
voor mezelf. Banaangele wol, naald 5, tricotsteek, dat moest toch lukken. En ja, het is gelukt.
Beetje ongelijkmatig, de mouwen waren niet lang genoeg, de kleur stond me ook voor geen meter, maar ik had een trui gebreid! Ik voelde me trots. En eigenlijk vond ik breien toch wel een beetje leuk!
Dus ik begon nog wat anders. En uiteindelijk ben ik heel veel gaan breien. Niet alles werd even geslaagd,
maar over het algemeen lukte het steeds beter. Voor mezelf. Voor familie. Voor mijn opvangkinderen . Ik heb in de loop der jaren wat afgebreid!
Gister heb ik een kabeltrui voor Bert afgemaakt. Hij is erg mooi geworden en ik ben er trots op! En helemáál trots omdat mijn zus gezegd heeft dat hij prachtig is !
Juf Karsemeijer zou niet weten wat ze zag......
Het is toch nog goed gekomen met zusjelief. Het lukt haar heel goed om oud modische modellen om te zetten in hedendaagse varianten want foto hierboven toont daarvan het resultaat.
Bedoel je nou die trui omzetten of de drager van de trui :P?
BeantwoordenVerwijderenWat leuk Janneke, dat je me toch als model ziet :)
BeantwoordenVerwijderenLeuk verhaal!
BeantwoordenVerwijderen